Intrekking bijstand in verband met niet langer geldige verblijfstitel EU-onderdaan. Het betoog dat appellang duurzaam verblijfsrecht heeft op grond van Unierecht slaagt niet. Het college mocht uitgaan van het besluit van de staatssecretaris, die het onrechtmatig verblijf heeft vastgesteld. tegen het besluit had appellant kunnen inbrengen dat hij duurzaam verblijfsrecht had.
Uitspraken met hetzelfde onderwerp:
-
Personenkring
- Centrale Raad van Beroep 27 juni 2017 (ECLI:NL:CRVB:2017:2240)
- Hof van Justitie EU 10 mei 2017 (ECLI:EU:C:2017:354)
-
Proces-verbaal
- Hoge Raad 14 februari 2014 (ECLI:NL:HR:2014:277)
-
Recht op collectieve voorzieningen
- Raad van State 16 januari 2013 (ECLI:NL:RVS:2013:BY8507)
- Raad van State 14 november 2007 (ECLI:NL:RVS:2007:BB7789)
-
Verblijfstatus Unieburger
- Centrale Raad van Beroep 7 maart 2017 (ECLI:NL:CRVB:2017:1147)
- Hof van Justitie 12 maart 2014 (C-456/12)
- Hof van Justitie 8 maart 2011 (C-34/09)
- Hoge Raad 13 april 2004 (ECLI:NL:HR:2014:277)
-
De Zambranoburger
- Raad van State 9 augustus 2013 (ECLI:NL:RVS:2013:725)
-
Bevoegdheidsverdeling
- Centrale Raad van Beroep 17 december 2012 (ECLI:NL:CRVB:2012:BY5173)